Theresia
van der Pant
een herinnering aan haar beeldhouwkunst
Wie
de binnenstad van Groningen bezoekt, ziet bij de ingang van de
universiteit het markante beeld staan van Aletta H. Jacobs (1854-1929),
arts en activiste voor vrouwenrechten. Het is een figuratief portret,
dat vastberadenheid, intelligentie en een sterke persoonlijkheid
uitstraalt. Het gezicht heeft een figuratieve, maar ook abstracte
expressie. Op bijzondere wijze is het haar van Aletta Jacobs hoog
weggekapt, maar haar hals toont vrouwelijke onverzettelijkheid.
Het is een impressie in brons, waarbij strenge lijnvoering en
gevoelige expressiviteit samengaan. Dit beeld geeft een zeer goede
indruk van de beeldhouwkunst van Theresia van der Pant. Zij werd
op 27 november 1924 geboren en stierf dit jaar op 4 februari.
Door
Wim Adema
Met het overlijden
van Theresia van der Pant heeft Nederland een van haar markante
beeldhouwers verloren. Grootgebracht in de traditionele figuratieve
beeldhouwkunst, waarin zij een prominente plaats innam, vond Theresia
van der Pant reeds vroeg haar eigen weg. Na een opleiding aan
de Rijksnormaalschool voor Teekenleraren (1945-1946) volgde zij
op de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam lessen
bij de beeldhouwer Piet Esser (1946-1950). Op de École
nationale supérieure des arts visuels te Brussel kreeg
zij hierna (1950-1951) les van de befaamde Belgische beeldhouwer
Oscar Jespers. In 1953 ontving Theresia de 2e prijs van de Prix
de Rome voor beeldhouwkunst. Aan de bekende Sommerakademie te
Salzburg volgde zij lessen bij de beroemde Italiaanse beeldhouwer
Giacamo Manzu. Beide docenten hadden een blijvende invloed. Later
werd Theresia van der Pant zelf docent aan de Rijksacademie voor
Beeldende Kunsten te Amsterdam. Naast talrijke beelden, maakte
zij ook tekeningen, waarvan een aantal in het bezit zijn van het
Frans Halsmuseum te Haarlem.
Opmerkelijk
ruiterstandbeeld
Landelijke bekendheid als beeldhouwster kreeg Theresia van der
Pant vooral met haar monumentale ruiterstandbeeld van koningin
Wilhelmina, gemaakt in 1972. Wanneer men in Amsterdam de Rokin
afloopt richting Muntplein, ziet men het metershoge beeld aan
de linkerkant staan, vlak bij een drukke rondvaartrederij. Dit
standbeeld is een voorbeeld van klassieke figuratieve beeldhouwkunst.
Paard en haar koninklijke berijdster tonen sierlijke rijkunst,
de anatomie van het paard is zeer fraai, terwijl Wilhelmina, hoog
gezeten, een koninklijke uitstraling heeft. Op een hoge sokkel
vormt dit ruiterstandbeeld een visueel rustpunt te midden van
een bruisende toeristenstad. Blijvend is de vraag of dit beeld
op de goede plaats staat en de aandacht van het publiek krijgt,
dat het verdient. Het is namelijk een uitzonderlijk mooi figuratief
beeld, dat boeiend blijft door de vele beeldende kwaliteiten.
Het behoort terecht tot de beste werken van Theresia van der Pant.
De monumentale sokkel, welke uitstekend harmonieert met dit beeld,
werd ontworpen door K.L. Sijmons.
Verrassende
beeldvariaties
Bijzonder in de beeldhouwkunst van Theresia van der Pant is de
interesse voor dieren, zoals de bison, de giraf, de vis of de
vogel. Opmerkelijk is vooral haar fascinatie voor vogels. Met
name het opvliegen, het loskomen van de aarde, boeit Van der Pant
bijzonder. In haar beeld 'Opwaartse vlucht' (Utrecht, Maliebaan,
1982) beleeft men bijvoorbeeld een fysiek loskomen van de grond,
het willen opstijgen in de lucht. Enerzijds bevinden zich twee
vleugels in een ruststand en zijn hierdoor nog verbonden met de
aarde, maar tegelijkertijd willen twee andere vleugels met langgerekte
halzen de ruimte verkennen. Stilstand en beweging lijken in deze
sculptuur met elkaar verbonden. In een beeld te Maartensdijk (Vlucht)
komt een vogel zelfs bijna los van de aarde. Een langgerekte romp
en twee omhoogslaande vleugels verkennen reeds het luchtruim.
De lange hals versterkt deze impressie. In deze sculptuur is het
bronsmateriaal soms ruw maar ook glad van karakter. Er zijn weinig
details te zien, maar toch is de verkenning van de grenzen van
de figuratie reeds zichtbaar. Een nieuwe benadering van het beeld
in de ruimte is voelbaar. In 'Ichtus' uit 1984 (Zaandam, Oostkade)
ervaart men een indringende beeldanalyse. Alleen de basisvorm
bepaalt nog de figuratie van de vis. De ogen zijn nauwelijks nog
te zien en lijken getekend te zijn in brons. De visschubben verdwijnen
in ruw bronsmateriaal. Hoewel dit beeld verbonden is met een sokkel,
toont het een geheel eigen autonomie.
De
Uil uit 1993
Met dit beeld uit 1993 (Oegstgeest) laat Van der Pant een boeiende
en verrassende metamorfose zien van figuratie naar abstractie.
Ook hier is sprake van een opstijgende vogel, de vleugels open
en omhoog getrokken. Maar hier toont het een weerbarstige en ruwe
vogelkop, vertoevend op de grens tussen een herkenbare vorm en
een abstracte compacte bronsmassa. Open, kwetsbaar en tegelijk
een massieve kracht tonend. Het is een opmerkelijk beeld, waarin
Theresia van der Pant het avontuur met de onbekende vorm is aangegaan.
Gladde lange brons-stroken omringen deze krachtige binnenvorm
en versterken de dynamiek van het opstijgen. Een nachtvogel op
weg naar vrijheid. Het is indringende visuele poëzie geworden.
De beeldhouwster verliet haar vertrouwde klassieke concept.
'De
Groep'
De Groep van de figuratieve abstractie, was voor Theresia inhoudelijk
van belang. In de traditie van de Amsterdamse School zocht men
naar een harmonie tussen figuratie en abstractie. Men wilde de
plaats van het beeld in de ruimte opnieuw definiëren. De
groep kende vier generaties. De eerste generatie startte met Jan
Bronner, docent van de Rijksacademie te Amsterdam, in wie de beginselen
van de klassieke figuratieve beeldhouwkunst sterk aanwezig waren.
Bij de tweede generatie hoorde Theresia, samen met Mari Andriesen,
Piet Esser, Cor Hund en Grégoire sr. Bij de derde generatie
treft men de namen aan van Henk Helmantel en Dick Ket. Tot de
vierde generatie behoren onder andere Sam Drukker en Pieter Pander.
Kunst en ruimte, de verstilling van het beeld en de harmonie met
de omgeving, een beleving van abstractie, stonden centraal bij
deze kunstenaars. Men wilde de emotie van Rodin loslaten en terugkeren
naar de verstilling van de vorm. Hierbij was de kernvraag: hoe
staat het beeld in de ruimte? De beleving van het beeld was niet
direct belangrijk, maar het samengaan hiervan met de omringende
ruimte. Deze inhoudelijke zaken waren ook voor Theresia van der
Pant van belang.
Veelzijdigheid
en visie
Als men het leven van Theresia van der Pant overziet, dan ontstaat
het beeld van een bijzonder actief beeldend kunstenaar: zij maakte
talrijke tekeningen en beelden; er is een sterk profiel in brons
van Jan Sluyters als penning; dieren vormden haar inspiratiebron
en een treffend bronsportret van de componist Strawinsky ontstond.
Theresia van der Pant gaf een aantal jaren les aan de Rijksacademie
te Amsterdam, maar zij gaf evenzeer ook enthousiaste lessen aan
de liefhebbers van beeldhouwkunst. Het werk van Manzu en Jespers,
hun lessen en visie, gaven inspiratie aan haar eigen creatieve
niveau. Het beeldhouwwerk van Theresia van der Pant heeft terecht
binnen de Nederlandse beeldhouwkunst een geheel eigen plaats gekregen.
literatuur:
Riet
van der Linden en Roos van Put, Beeldhouwster Theresia van der
Pant, ISBN 9012061512, uitgeverij Zijlmans.
Hier
kunt u foto's zien van werk van Theresia van der Pant: nl.wikipedia.org/Theresia_van_der_Pant