Claude
Cahun
Flamboyant, radicaal en vernieuwend
In
de serie 'Opmerkelijke vrouwen van de Avant-garde' (1900-1950)
van dit kunstjournaal neemt de Franse kunstenares en schrijfster
Claude Cahun (1894-1954) een aparte plaats in. Zij was vermoedelijk
een van de meest radicale en vernieuwende vrouwen van haar tijd,
als schrijfster van belangwekkende essays, maakster van surrealistische
objecten en foto's en actrice in avant-gardistisch theater. Mede
door haar sterke politieke betrokkenheid heeft Claude Cahun een
duidelijke inbreng gehad in de maatschappelijke en artistieke
ontwikkelingen van die tijd.
Door
Wim Adema
Door de relatie
met haar stiefzuster Suzanne Malherbe en mede door Cahuns positie
als feministe, lesbienne, Joodse en kunstenares, nam zij maatschappelijk
een kritische en vooruitstrevende positie in, waarbij de beleving
van haar sexualiteit naar een transseksuele en androgyne identiteit
centraal stond. Qua zeggingskracht toonde Cahun een sterke verwantschap
met de Duitse kunstenares Elsa von Freitag (zie: nr. 03-2012 van
dit jaar).
Korte
biografie
Claude Cahun werd als Lucy Schwob in 1894 te Nantes geboren. Haar
vader, Maurice Schwob, was een bemiddelde Joodse krantenuitgever.
De jeugd van Claude bleek niet gelukkig. Op 15-jarige leeftijd
werd zij echter verliefd op haar twee jaar oudere stiefzuster
Suzanne Malherbe. Er ontstond een bijzondere liefdesrelatie die
tot hun dood voortduurde. De naam Claude Cahun ontstond na 1919.
Daarvoor gebruikte zij nog namen als Claude Courlis en Daniel
Douglas. Aan de Sorbonne te Parijs studeerde Cahun filosofie en
kunstgeschiedenis. Zij ontwikkelde zich tot een zeer radicale
en provocerende persoonlijkheid, die doorlopend de confrontatie
zocht met behoudende maatschappelijke normen. Als actrice werkte
zij met avant-garde toneelgroepen en stelde ook op deze manier
bestaande sociale relaties ter discussie. In de jaren dertig was
Claude Cahun een tijd betrokken bij het werk van de communistische
partij, maakte ook kennis met surrealisten als André Breton
en Georges Bataille en nam deel aan de acties van 'Contre Attaque'.
Het tijdschrijft 'Cahier d'art' bracht in 1936 een speciale editie
uit over Cahuns surrealistische objecten. In 1937 vestigden Suzanne
Malherbe en Claude Cahun zich op het eiland Jersey. Na een langdurige
bezetting van het eiland door de nazi's (1940-1945) verbleven
beide vrouwen tot aan hun dood in Jersey. Claude Cahun stierf
in 1954 en Suzanne Malherbe overleed in 1972.
Les
paris sont ouverts
Toen de Franse dichter en schrijver François Leperlier
halverwege de jaren tachtig een boek schreef over het surrealisme,
signaleerde hij voor het eerst de naam van Claude Cahun. Hij zag
de politieke pamfletten die zij in 1932 en 1936 had geschreven.
Ook haar deelname aan de surrealistische show in de Charles Ratton
Gallery en de Internationale Surrealistische Tentoonstelling te
Londen (1936) viel op. Leperlier ontdekte dat Cahun een lesbische
schrijfster en fotografe was met een indrukwekkende literaire
en artistieke produktie. Er waren talloze essays aanwezig en veel
vernieuwend fotowerk. André Breton noemde haar 'een van
de meest curieuze geesten van zijn tijd'. De zeggingskracht van
Cahun werd herontdekt. Voor feministische kunsthistorici werd
zij een icoon. In 'Heroines'(1925) schreef Cahun veertien monologen
vanuit het gezichtspunt van beroemde vrouwen, zoals Eva, de maagd
Maria, Penelope, Sappho en Salomé. Telkens werd hun positie
echter herschreven naar de belevingswereld van Claude Cahun. Salomé
werd bijvoorbeeld getypeerd als een actrice die een femme fatale
speelt. Met essays als 'Vues & Visions (1914), 'Aveux non
avenus'(1930), welke zij maakte met haar partner Suzanne Malherbe
(pseudoniem Marcel Moore) en 'Les paris sont ouverts' (1934) ontstond
een indrukwekkend traject, waarin de Franse kunstenares Cahun
haar visie op de maatschappij, de politiek en de man-vrouw relatie
verwoordde. Balancerend op de grens van maatschappelijke acceptatie
zocht zij naar een nieuwe definitie van haar positie als vrouw.
Tussen 1932 en 1936 schreef zij eveneens belangrijke politieke
stukken.
Suzanne
Malherbe & Marcel Moore
Talrijke visuele experimenten van Claude Cahun zijn vaak ontstaan
in samenhang met de illustratieve vormgeving van Suzanne Malherbe.
Hun wederzijdse emotionele en artistieke inspiratie moet zeer
groot geweest zijn. Deze verbondenheid lijkt Claude een inhoudelijk
houvast te hebben gegeven als schrijfster, fotografe, actrice,
politiek activiste en feministe. In haar fotografisch werk toont
de foto 'Slaapkamer carnaval' uit 1910 reeds een iconografie van
een nieuwe gender subjectiviteit. De mode-ontwerpen van Suzanne
Malherbe, bijvoorbeeld 'Mode garçons', laten een groot
gevoel voor kleur, vernieuwende vormgeving en decor zien. Ook
in de fotografie van Claude ervaart men een zelfde gevoeligheid
voor detail. Met maskers, kleding en glazen bollen weet Cahun
de dimensies in de fotobeelden te veranderen en tegelijk te versterken.
In 'Aveux non avenus' is bovendien een bijzondere samenwerking
aanwezig tussen Claude Cahun en Suzanne Malherbe. In dit werk
noemt Suzanne zich Marcel Moore. Als illustratrice heeft Moore
de experimentele fotocomposities van Cahun vaak indringend beïnvloed.
De onderlinge verwantschap in styling is opmerkelijk.
Man-vrouw
relaties, fotografie & theater
In haar 'Autoportraits' (sinds 1915) gaf Claude Cahun vaak een
spottend commentaar op actuele man-vrouw relaties. Met geraffineerde
poses werden dan voor de camera traditionele rolopvattingen bekritiseerd.
In wezen ontwikkelde zij een discussie over de essentie van de
mannelijke en vrouwelijke seksualiteit en werd een androgyne identiteit
verkend. Verkleedt als man of als vrouw, met kort of lang haar,
doorbrak zij de maatschappelijk aanvaarde portrethoudingen. Door
overbelichting, een spel met scherp en onscherp, zwart en witte
kleuren, maar vooral door speciale lichaamsaccenten realiseerde
de Franse fotografe een a-sexuele atmosfeer. In de foto 'La main
sêche'(1930) ziet men een met aarde besmeurde dunne bovenarm,
die als een dorre acacia steun zoekt bij omringend lommer en een
blauwe lucht. Het beeld lijkt een aanklacht te vormen. Soms is
dit werk bevrijdend en vormen handen een compositie, waarin licht
en donker een a-symmetrische fantasie weergeven. Als actrice zocht
Claude Cahun contact met inspirerende en vernieuwende theatervormgevers,
zoals Georges en Ludmilla Pitoeff, Rudolf von Labon en Pierre
Albert-Birot. Steeds opnieuw verkende Claude de grenzen van haar
kunstenaarschap en vrouwelijke identiteit.
Politiek
protest
Na hun vestiging op Jersey (1937) werden Suzanne Malherbe en Claude
Cahun in 1940 geconfronteerd met een eilandbezetting door de nazi's.
Hun woede hierover mondde uit in talrijke verzetsacties. Vaak
ludiek, maar zeker doeltreffend. De Duitse bezetters kregen het
vermoeden dat zij met een grote verzetsgroep te maken hadden.
Dat twee vrouwen van middelbare leeftijd de acties hadden geleid,
begrepen zij niet. Na langdurig verhoor werden Claude en Suzanne
tot de doodstraf veroordeeld, welke later in een gevangenisstraf
werd omgezet. Met de bevrijding van Jersey in 1945 kwam ook einde
aan hun gevangenschap. De gezondheid van Claude Cahun was echter
door deze gevangenisperiode zeer verslechterd. Toch beleefden
zij hierna op dit eiland nog goede jaren. Op 8 december 1954 overleed
Claude Cahun. In 1972 overleed Suzanne Malherbe. Beiden werden
op Jersey begraven.
Op hun grafsteen
staat geschreven: 'I saw a new heaven and a new earth'. Twee Joodse
sterren verbinden hun beider namen. Op een eenvoudige grafsteen
beschrijft deze heldere en sobere tekst hun diepgaande verbondenheid.
In
het Parijse Museum Jeu de Paume was tot 26 september 2011 voor
het eerste een grote overzichtstentoonstelling te zien van het
fotografische werk van Claude Cahun. Recente grote exposities
in Duitsland en Denemarken over opmerkelijke vrouwen van de Avant-garde
(1900-1950) bevestigden het belang van hun werk. Kunsthistorisch
ontstaat langzamerhand een sterker en genuanceerder beeld van
Les Grandes Dames van de Avant-garde. Museum Jeu de Paume, 1,
Place de la Concorde, 75008 Paris, Frankrijk. Website: www.jeudepaume.org.