Tine
Baanders
Grafisch vormgeefster uit de Amsterdamse School
In
onze serie 'Opmerkelijke vrouwen van de avant-garde 1900-1950'
is deze keer aandacht voor de grafisch vormgeefster Tine Baanders
(1890-1971). Hoewel zij talrijke grafische technieken beheerste
en op een veelzijdige en originele manier als graficus werkzaam
was, kreeg haar werk niet de aandacht van de kunstwereld die het
verdiende.
Door
Wim Adema
Tine Baanders
kwam uit een artistiek gezin. Haar vader en broer Herman waren
architect in Amsterdam. Toen haar vader vroeg overleed, nam Herman
de zorg voor het gezin over en besteedde veel aandacht aan de
artistieke opvoeding van zijn zus Tine. Hij had namelijk gemerkt
dat zij een groot tekentalent had. Van 1906 tot 1909 kreeg Tine
Baanders de mogelijkheid om aan het Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs
in Amsterdam de vakken van de afdeling decoratief tekenen te volgen.
Hierna doorliep zij op de Kunstgewerbeschule in Zürich een
opleiding boekbinden en lithografie. Verder bezocht zij in 1911
de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten in Amsterdam. Als graficus
verkreeg Baanders hierdoor een grote technische veelzijdigheid
en zij was vervolgens werkzaam als illustrator, lithograaf, tekenaar,
boekbinder, textielkunstenaar, boekbandontwerper en typograaf.
Zij begon reeds vroeg met een eigen grafisch bureau en werd later
ook docent aan kunstacademies te Enschede (AKI) en Amsterdam (voorloper
van de Gerrit Rietveldacademie).
Een
sterke persoonlijkheid
In het beschikbare biografische materiaal wordt Tine Baanders
omschreven als een onafhankelijke, vrije en moderne vrouw: 'Ferm,
kloek en eerlijk'. Zij was vooruitstrevend, koos voor relaties
met vrouwen, kende een groot netwerk van vrienden en kunstenaars,
had een voorliefde voor snelheid en bezat een mooie witte sportwagen.
Ondanks een succesvol grafisch bureau, belangrijke docentschappen
en een grote betrokkenheid bij de vrouwenbeweging, bleef de artistieke
waardering voor haar grafische werk enigszins achterwege. Met
name haar succesvolle collega Fré Cohen kreeg in de grafische
wereld veel meer aandacht en erkenning. Joël Valk, hij schreef
een afstudeerscriptie over Tine Baanders, vermoedt echter dat
Fré Cohen door haar grote oeuvre en Joodse achtergrond
in de periode rond de Tweede Wereldoorlog veel meer op de voorgrond
trad. Als graficus vindt hij de beide grafici echter gelijkwaardig.
Verleden jaar kreeg Tine Baanders alsnog de overzichtsexpositie
die haar ontbrak. In Het Schip, Museum van de Amsterdamse School,
te Amsterdam werd in 2015 een grote overzichtstentoonstelling
gehouden.
Grafische
veelzijdigheid
Opmerkelijk is de grote vakkennis en ervaring van Tine Baanders.
Onder invloed van verschillende grafische stromingen, zoals de
'Versierders', 'Typografen' en 'Nieuwe Typografie', ontwikkelde
zij als graficus een geheel eigen visie op de vormgeving van het
boek. Met name de houtsnede gebruikte zij veel als techniek voor
het ontwerpen van boekomslagen. Voor de verfraaiing van de boekband,
de illustraties en de kop- en sluitvignetten had zij eveneens
veel aandacht. Ook de kunst van de 'Nederlandsche Art Nouveau'
had invloed op haar ontwerpproces. Door het werk van vakmensen
als Jan Veth, Jan Kalf en Theo Molkenboer kreeg Tine Baanders
ook veel interesse voor het materiaal van de boekband. Een nieuwe
vorm van typografie, geconstrueerde blok-letters, die onder meer
door Theo van Doesburg (De Stijl) & Bram van der Leck geïntroduceerd
was, wijzigde haar opvattingen over typografie ingrijpend. Haar
beeldtaal werd krachtig, zij had veel aandacht voor de werking
van grote kapitalen en de letter als uitgangspunt. Binnen een
decoratief geheel groepeerde Tine Baanders de letters en decoraties
tot een eigen vormgeving. De vier ontwerpen voor de omslag van
het blad 'Wendingen' (1918-1932), in opdracht van de bekende architect
H.T. Wijdeveld, zorgden voor meer bekendheid in de kunstwereld.
De
ontwerpen voor Wendingen
'Wendingen' was in die tijd een vernieuwend tijdschrift voor architectuur
en toegepaste kunst. De omslag van het Ceramieknummer toont een
boeiend samengaan van de kleuren geel, zwart en grijs met de uitvergrote
letters 'Ceramiek en Wendingen'. De dubbele lijnen van de kapitalen
versterken het visuele karakter van de tekst, terwijl bovenin
met horizontale zwarte lijnen en beneden met afwijkende symmetrische
lijnen het middenstuk van de tekst geruggesteund wordt. Binnen
het vierkante formaat van het tijdschrift was dit toen een eigentijdse
en vernieuwende typografische visie. De schreefloze letters werden
door Baanders getekend. Ook het omslagontwerp voor een publicatie
over de architect M. de Klerk laat een stevige opbouw van grote
zwarte verticaal geplaatste kapitalen zien. De kleur blauw geeft
rust aan de linkerzijde, terwijl daarnaast twee strakke verticale
lijnen de opbouw van de letters versterken. Aan de onderkant verleent
een strakke zwarte tekst een 'bouwkundige' horizontale rust aan
het geheel. Maar ook een afficheontwerp voor het Stedelijk Museum
(1921) was grafisch modern van opzet. Binnen een ovaal met tekst
vormden de omringende versieringen een moderne uitnodiging. Ook
dit ontwerp was krachtig van beeldtaal, stevig neergezet en had
een vernieuwend vormkarakter.
Kleurrijk
Tine Baanders was een zeer veelzijdig graficus. Zij had een grote
interesse voor het onderwijs en zorgde met talrijke docentschappen
voor een goede overdracht van haar grafische kennis en ervaring.
Het moet een zeer kleurrijke en energieke persoonlijkheid geweest
zijn, die de geest van haar tijd heel goed begreep en ook grafisch
tot uitdrukking bracht. Tussen 1911 en 1953 leidde zij in Amsterdam,
Baambrugge en Enschede een eigen grafisch bureau. De laatste jaren
van haar leven verliepen minder goed. Zij herkende haar familie
en vrienden steeds minder en werd geestelijk ziek. Tine Baanders
overleed op 24 november 1971 in een verpleeghuis te Maarssen.
Zij is een kleurrijk en belangrijk grafisch ontwerper en docent
geweest.
Literatuur:
Marjan
Groot: 'Vrouwen in de toegepaste kunst en industriële vormgeving
in Nederland, 1880-1940', 2007, Rotterdam, ISBN: 978 90 6450 521
8.
Joël Valk: 'Tine Baanders: Een grafisch vormgeefster in het
Interbellum', afstudeerscriptie Algemene Cultuurwetenschap, Woord
en Beeld, 2003.