Dossier achtergrond: Vrouwen in de kunst. Eindredactie: Rob den Boer. E-mail: redactie.bkj@gmail.com.
 
terug
 

Sonia Delaunay-Terk
Liefde voor kleur en licht

De Russisch-Franse kunstenares Sonia Delaunay, die leefde van 1885-1979, behoorde tot een groep kunstenaars die in de eerste helft van de vorige eeuw een eigenzinnige en vernieuwende weg volgde. Zij hoort om die reden ook zeker thuis in onze serie 'Opmerkelijke vrouwen van de avant-garde 1900-1950'. Om verschillende redenen. Zij was in haar werk niet alleen vernieuwend, maar heeft door haar veelzijdigheid en ervaring in Frankrijk en daarbuiten ook een grote invloed gehad.

Door Wim Adema

Sonia Delaunay hield van snelheid, modern leven en techniek. Een groot deel van haar leven deelde zij met Robert Delaunay. Zij hadden een grote artistieke verbondenheid maar waren ook heel kritisch voor elkaar. Robert Delaunay was een onafhankelijk kunstenaar en denker over de werking van kleur, licht en beweging, hetgeen tot uiting kwam in het Orphisme (1911-1913, een stroming waarvan hij de oprichter was. Het beeldende werk van Sonia werd gekenmerkt door een grote interesse voor schilderen, textielontwerpen, mode en theaterdecorontwerpen.

Gradizhsk-Sint Petersburg-Sonia Terk-Karlsruhe-Parijs
Sonia werd geboren als Sarah Ilinitchna Stern op 14 maart 1885 te Gradizhsk (Rusland), hetgeen later de plaats Poltava werd in de Oekraïne. Haar vader was voorman in een ijzerfabriek. Het is onduidelijk waarom de opvoeding van de toen 5-jarige Sarah werd overgenomen door een broer van haar moeder, Henri Terk, een succesvol Joods advocaat in St. Petersburg. Vanwege haar adoptie door het echtpaar Terk kreeg Sarah in 1890 de naam Sonia Terk. Door deze adoptief ouders heeft Sonia blijkbaar een opvoeding gekregen waarin cultuur en kunst centraal stond. Zij gingen vaak naar musea en galeries in St. Petersburg. Reeds in die tijd werd op school haar grote tekentalent opgemerkt.

Opmerkelijk jong kreeg Sonia Terk de gelegenheid om onderwijs te gaan volgen aan de kunstacademie te Karlsruhe, wat later gevolgd werd door een studie aan de Academie de la Palette te Parijs (1805-1810). In deze laatste periode werd zij sterk beïnvloed door het post-impressionisme en fauvisme. De kunsthandelaar Wilhelm Uhde nam korte tijd een belangrijke plaats in haar Parijse leven in. Er was zelfs sprake van een huwelijk, maar de wederzijdse argumenten om te trouwen bleken toch vooral zakelijk te zijn. Door Uhde kreeg Sonia Terk vooral toegang tot de Franse galeries. In 1909 ontmoette zij in een van deze galeries Robert Delaunay, een toen reeds bekend Frans beeldend kunstenaar. Deze man werd haar grote liefde, waarmee zij talrijke jaren heeft samengewerkt.

Inspirerende verbondenheid
Bij Robert Delaunay vond Sonia Terk de inspiratiebron die zij zocht en ze zei hierover:
'In Robert Delaunay vond ik een dichter. Een dichter die met woorden maar ook kleuren schreef'.
Hij had als beeldend kunstenaar een grote studie gemaakt van de kleurtheorie van Michel Eugène en hun gezamenlijke experimenten. In deze kleurentheorie, welke gebaseerd was op wetenschappelijk onderzoek, bleek dat sommige kleuren naast elkaar een andere kleur konden worden. Dat gaf soms de waarneming van beweging. Contrasterende en dissonerende kleuren werden zichtbaar in hun werk. Sonia werkte zelf met felle kleuren. De herinneringen aan de Russische volkskunst werkte door in haar verbeelding, maar door experimenten met Robert ontstond echter ook een geheel nieuw heftig kleurenspectrum. Zij toonde zich ook verbonden met het door Robert Delaunay bedachte Orphisme. Hun vernieuwende werk bleef niet onopgemerkt. Vanaf 1931 werkten zij bijvoorbeeld mee aan avant-garde groep Abstraction-Création. Hun leven lang waren zij verbonden met elkaar door hun schilderkunst. Het begrip 'simultané' kwam later ook terug in haar latere creatieve werk.

Spanje en Portugal
Tussen 1914 en 1920 verbleven Sonia en Robert Delaunay in Spanje en Portugal. Zij waren in 1914 met vrienden op vakantie in Spanje, maar wilden door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog niet naar Frankrijk teruggaan. Hoewel zij aanvankelijk in Madrid woonden, vertrokken zij in augustus 1915 naar Portugal, waar zij een huis deelden met Eduardo Viana en Samuel Halpert. De schoonheid van het Portugese landschap schilderde Sonia op het doek 'Marché au Minho' uit 1916. Maar ook de kleuren van Spanje kon men later terugvinden in haar kunstnijverheidontwerpen. Met een uitrzonderlijk gevoel voor kleur en decoratie ontwierp zij schitterende kleding. Het was voor Robert en Sonia Delaunay een financiële tegenvaller dat vanwege de Russische revolutie de geldelijke ondersteuning door haar familie in Rusland gestopt werd. In 1917 ontmoette de Delaunays te Madrid de Russische theater- en operaregisseur Sergei Diaghilev. Deze verzocht hen om decors en kostuums te ontwerpen voor zijn producties 'Cleopatra' en 'Aïda'. Sonia ontwierp in die tijd ook de interieurs voor het Petit Casino en stichtte zelf Casa Sonia te Bilbao, waar zij haar interieur- en mode-ontwerpen presenteerde. Hoewel zij contact hield met Parijs, vooral zakelijk, bleef zij met Robert in Spanje wonen. Opmerkelijk was dat Sonia Delaunay in Stockholm (1916) haar eerste solotentoonstelling kreeg. Robert Delaunay ondersteunde zijn vrouw bij al haar werkzaamheden.

La Charmeuse des Serpents,
een beroemd schilderij van Henri Rousseau, bracht financiële uitkomst bij hun terugkeer naar Parijs in 1921. Door de verkoop hiervan raakten de Delaunays direct uit hun geldzorgen. Er kwam ruimte voor nieuwe activiteiten van Sonia. In 1923 wist zij een grote opdracht te krijgen waarin haar eigen beeldtaal verwerkt kon worden. Haar handelsmerk werd 'simultané'. Haar samenwerking met Jacques Heim gaf Sonia een kans om internationaal bekend te worden. De deelname aan Exposition Internationale des Arts Décoratifs en Industriels Modernes in 1925 vestigde definitief hun naam. Sonia werd gevraagd voor het geven van lessen over schilderkunst en mode aan de Sorbonne te Parijs (1927) en ontwierp kostuums en decors voor de films 'Le Vertige' en 'Le p'tit Parigot'. De Grote Depressie in 1935 zorgde echter voor een grote verandering in het leven van Robert en Sonia. De zakelijke werkzaamheden kwamen minder centraal te staan. Samen met Robert Delaunay werkte zij in 1937 aan de decoratie van twee paviljoens voor Exposition des Arts en Techniques dans la Vie Moderne: Pavillon des Chemins de Fer en Palais de l'Air. Sonia wilde op die manier haar man helpen met deze grote productie. Haar jaren tussen 1921 en 1944 kenmerkten zich door een grote creativiteit, goede zakelijke ontwikkelingen en gaf haar tevens de ruimte om zich als beeldend kunstenaar te blijven ontwikkelen.

1941
was voor Sonia Delaunay een verdrietig jaar: de man waarmee zij jarenlang had geleefd en samengewerkt, Robert Delaunay, overleed ten gevolge van kanker. Ik vermoed dat er weinig kunstenaarsechtparen zijn geweest, waarin artistieke samenwerking en liefde voor elkaar zo verbonden waren.

Parijs: 1945-1979
Na het overlijden van Robert Delaunay ontstond voor Sonia Delaunay nog een lange en zeer creatieve periode. Naast de schilder Georges Braque was zij de enige Franse kunstenaar die een expositie kreeg in het Louvre. Bovendien werd zij als kunstenaar opgenomen in het Franse Legioen van Eer. Met haar autobiografie 'Nous irons jusqu'au soleil' gaf Sonia Delaunay ook de intentie weer van haar leven. Zoekend naar belevingen achter de horizon. Haar boek 'Rythmes-couleurs' is een verslag van de ontdekkingsreis die zij samen maakte met Robert Delaunay. De schrijver Jacques Damage was haar mede-auteur van een aantal boeken.

Op 5 december 1979 overleed Sonia Delaunay-Terk te Parijs en werd naast Robert begraven.
Een zeldzaam lang en creatief leven werd afgesloten.

Literatuur:

Robert Delaunay-Sonia Delaunay, auteur: Arthur A. Cohen, ed. The New Art of Color, The Viking Press, 1978, ISBN 0-670-50636-2
Robert Delaunay-Sonia Delaunay: Das centre Pompidou zu Gast in Hamburg, Hamburger Kunsthalle, 1999, ISBN 3-7701-5216-6
Sonia Delaunay en Jacques Damage: Rythmes-Couleurs, Galerie Motte, 1966, OCLC 460063028
Jacques Damage: Sonia Delaunay, mode et tissus imprimés (1991), (engelse vertaling bij Thames and Hudson Ltd., London (1991), ISBN 978-2-904632-34-1
Sonia Delaunay en Jacques Damage: Nous irons jusqu'au soleil, 1978, Uitgeverij Robert Laffont-ISBN 978-2-221-00063-2

Meer informatie over de film 'Parce que je táime' is te vinden op Internet Movie Database.

Terug naar boven