Kate
Steinitz
Een reis tussen twee continenten
Tussen
de talrijke 'Opmerkelijke vrouwen van de avant-garde 1900-1950'
neemt Kate Steinitz een aparte plaats in. In de Duitse plaats
Hannover vormde zij met haar echtgenoot Ernst Steinitz tussen
1920 en 1935 een centrum voor eigentijdse kunst en kunstenaars.
Naast een eigen artistieke ontwikkeling besteedde zij veel tijd
aan de promotie van een wereldwijde internationale avant-garde,
waaronder de Dada-beweging.
Door
Wim Adema
Door de opkomst
van de nazi's en hun dreigende houding tegenover het echtpaar
Steinitz, besloot het gezin naar de USA te vertrekken (1935/1936).
In Los Angeles ontwikkelde Kate Steinitz zich later tot een expert
op het gebied van het werk van Leonardo da Vinci. Als wetenschappelijk
bibliothecaris en conservator van de beroemde Dr. Belt-collectie
van Leonardo da Vinci verkreeg Kate Steinitz internationale bekendheid.
Lijnen
van ontwikkeling
Kate Steinitz werd geboren op 2 augustus 1889 in Beuthen, Opper-Silezië
(nu Bytom, Polen). Zij groeide op in een omgeving uit de hogere
middenklasse en kreeg veel mogelijkheden om zich kunstzinnig te
ontwikkelen. In Berlijn volgde Kate (toen nog Käthe Traumann)
tekenlessen bij Käthe Kollwitz (Malschule für Frauen).
Bij Lovis Corinth (Berlin Secession) studeerde zij verder en rondde
haar artistieke studies af in Parijs aan de Academie de la Grande
Chaumière en de Sorbonne. Bij Kollwitz lag de nadruk niet
op het detail, maar op de werking van de schaduwen van de vorm,
terwijl Corinth vooral zocht naar een grote innerlijke vormvrijheid.
Na het begin van WO I (1914) vertrok zij met haar man Ernst Steinitz,
een militaire arts, in 1918 naar Hannover. In deze stad ontstond
bij Kate een grote artistieke interesse en ontwikkeling. Zij schilderde
portretten van haar dochters, raakte geïnspireerd door dansers,
entertainers en het landschap. Ernst stimuleerde haar kunstzinnige
activiteiten sterk.
Samenwerking
met Kurt Schwitters
Door haar communicatieve eigenschappen raakte zij betrokken bij
de plaatselijke kunstwereld en ontdekte ook de wereld van de Dada-kunstenaars.
Hun woonhuis werd een gastvrij centrum en toevluchtsoord voor
veel kunstenaars in Hannover zoals Tristan Tzara, Raoul Hausmann,
Naum Gabo, Hans Arp en El Lissitzky. Er werden veel lezingen en
discussies gehouden over de ontwikkeling in de hedendaagse kunst.
In deze stad maakte Kate Steinitz ook kennis met Kurt Schwitters.
Door wederzijdse interesses ontstond een jarenlange samenwerking
en vriendschap. Opmerkelijk waren hun gezamenlijke typografische
experimenten. Vooral kinderboeken waren belangrijk. In boekwerken
als 'Hahnepeter' (1923) en 'die Scheuche' (1925) ziet men een
groot gevoel voor typografische experiment en vernieuwing. Zij
deelden een passie voor het sprookje, de kinderwereld en het creatieve
avontuur. In die jaren toonde Kate Steinitz een opmerkelijke communicatief
vermogen en een buitengewone interesse voor andere kunstenaars,
maar maakte zij ook veel eigen beeldend werk. In schilderijen,
tekeningen en fotografie zocht Kate naar een eigen vormgeving.
Vreemde tekeningen, chaotische collages en vooral zeer sterke
typografische experimenten ontstonden. Haar taal was vervreemdend
en vertoefde vaak in het gebied van het expressionisme. Voor de
comic-opera 'Collison' (1928) van Kurt Schwitters vertaalde zij
een libretto en ontwierp hiervoor een literaire collage van fragmenten.
In dadaïstische stijl maakte zij met Schwitters ook een geïllustreerd
boek voor kinderen: 'Die Märchen von Paradies'. Voor deze
publicatie richtte Steinitz een eigen uitgeverij op: APOSS (A
van Aktief, P van Paradox, OS van Ohne Sentimentalität en
S van Sensibel; Abstract Paradijs Zonder Sentimentaliteit maar
met Gevoel). In die tijd was dat een verrassende en vernieuwende
opzet.
Kunstactiviteiten
in een moeilijke tijd
Hoewel Kate Steinitz tussen 1920 en 1935 een aantal belangrijke
exposities had, ondermeer in het Hannover Museum of Art en de
bekende Herbert von Garven Galerie (1920), werd zij als beeldend
kunstenaar niet bekend. Opmerkelijk waren echter haar literaire,
communicatieve en kunsthistorische talenten. Voor de Hannoverscher
Kurier schreef zij bijvoorbeeld talloze stukken over beeldende
kunst en kreeg vooral de fotografie als eigentijdse kunstvorm
haar aandacht. Zij fotografeerde immers zelf ook. Haar pseudoniemen
waren ondermeer 'Annette Nobody' en 'Mia Meyer'. Ook de 'vrouwelijke
chauffeur' was een geliefd thema van haar. Met gedichten, stukken
over het Siciliaans poppentheater en vaak lyrische stukken werd
zij voor de krant uit Hannover een belangrijke kunstmedewerker.
(1929-1933). Door de toenemende invloed van de nazi's werd deze
krant in 1935 gedwongen om het contact met Kate Steinitz te beëindigen.
Dat was een dramatische ontwikkeling. De familie Steinitz trok
haar conclusies en verhuisde naar de USA. Ernst Steinitz vertrok
als eerste van het gezin in 1935. Kate en haar drie kinderen volgden
in 1936. Kurt Schwitters vluchtte naar Noorwegen. De inspirerende
jaren in Hannover waren voorbij. In de USA was echter een geheel
nieuw werkterrein voor Kate Steinitz aanwezig.
Fascinatie
voor Leonardo da Vinci
Terwijl haar man Ernst Steinitz in New York een nieuwe artspraktijk
probeerde op te bouwen, zocht Kate werk als freelance-journalist
en organisator van kunsttentoonstellingen. Opmerkelijk was dat
zij enige jaren leiding gaf aan de Refugee's Art Division of Worlds
Fair in 1939 (NY). In 1941 stierf onverwachts haar jongste dochter
Beate in Israël en overleed in 1942 bovendien haar man Ernst
in New York. Om familieredenen, zij wilde dichter bij haar dochter
Ilse zijn, verhuisde Kate Steinitz kort daarna naar San Francisco.
Ondanks grote tegenwerking van de Amerikaanse overheid werd Kate
niettemin in 1944 Amerikaans staatsburger. Dr. Elmer Belt, haar
uroloog, was voor haar een grote steun bij deze moeilijke overheidsproblematiek.
Hoewel medisch gespecialiseerd was dr. Belt ook een groot liefhebber
van het werk van Leonardo da Vinci. Hij bezat in die periode reeds
een unieke boekencollectie over Da Vinci, die wereldwijd bekend
was. Tijdens die gesprekken merkte Belt bij Kate Steinitz een
grote interesse voor Da Vinci op en raakte onder de indruk van
haar kunsthistorische kennis en journalistieke ervaring. Kate
Steinitz accepteerde het verzoek van Belt om de zorg voor zijn
bibliotheek van hem over te nemen. Om die reden verhuisde zij
in 1944 naar Los Angeles.
Een
bijzondere levensfase
in het leven van Kate Steinitz ging van start. Zij ontwikkelde
zich namelijk tot een expert op het terrein van Leonardo da Vinci.
Als bibliothecaris en conservator van deze unieke boekencollectie
verkreeg zij nationaal en internationaal veel waardering en erkenning.
Zij wist niet alleen deze bibliotheek verder uit te breiden, maar
publiceerde ook talrijke boeken en artikelen over de Italiaanse
renaissance en de wetenschapper en kunstenaar Leonardo da Vinci.
Befaamd was haar expositie in juli 1943 over de boeken van Da
Vinci: Vincian Books. In 1946 realiseerde zij een indrukwekkende
catalogus: 'The Belt Library of Vinciana' met prachtige grafische
afbeeldingen. Met haar eerste boek: 'Manuscripts of Leonardo da
Vinci' verkreeg zij wetenschappelijke erkenning. Haar studie uit
1958: 'Leonardo da Vinci Trattato della Pittura' (Copenhagen)
werd internationaal geroemd. Daarna volgde nog een 15-tal publicaties.
In Italië werd zij 'La madre de tutti Vinciani'genoemd. De
jaarlijkse lezing van de Commune di Vinci op 15 april 1969 werd
door Kate Steinitz in het Italiaans gehouden. Het werd misschien
de mooiste dag van haar leven.
De plaatsen
Hannover, New York, San Francisco en Los Angeles, de kunsten,
het schrijven, de vriendschap met Kurt Schwitters, haar gezin
en een fascinatie voor Leonardo da Vinci bepaalden de levensloop
van Kate Steinitz. Omringd door inspirerende mensen steeg zij
tot grote hoogte. Op 7 april 1975, 85 jaar oud, overleed Kate
Steinitz in Los Angeles.
'I
have stoppen living in my body-everything is wearing out'.
Literatuur:
*Het essay van William A. Emboden: 'Kate Steinitz. A life is art'
geeft in kort bestek een uitstekend beeld van haar kunstenaarschap
en leven.
(zie: Kate Steinitz. Art and collection, San Bernardino, 1982,
California State College
en San Bernardino Art Gallery)
*Kate Steinitz. Eine Dokumentation, 1989, Sprengel Museum Hannover
*Kate Steinitz. Kurt Schwitters. Erinnerungen aus den Jahren 1918-1930,
Zürich, 1987