Dossier achtergrond: Vrouwen in de kunst. Eindredactie: Rob den Boer. E-mail: redactie.bkj@gmail.com.
 
terug
 

Rose Sélavy…Rrose Sélavy…Eros c'est la vie
Oftewel, een alter-ego van Marcel Duchamp

In de serie 'Opmerkelijke vrouwen van de avant-garde 1900-1950' valt de naam van Rose Sélavy niet direct op tussen namen als Claude Cahun, Elsa von Freytag of Sonia Delaunay. Niets vermoedend zocht ik naar historisch materiaal van deze kunstenares en kwam terecht in de wereld van Marcel Duchamp (1887-1968). Aarzelend of Duchamp wel thuishoorde in mijn zoektocht naar belangrijke vrouwen uit de avant-garde, raakte ik stilaan steeds meer in de ban van Rrose Sélavy en ontstond een boeiende vrouwelijke variant. Ik merkte dat het alter-ego van Marcel Duchamp een zeer onconventioneel tegenspel met hem vormde en tegelijk veel raakvlakken liet zien.

Door Wim Adema

Over de vriendschap en artistieke samenwerking tussen Marcel Duchamp en Man Ray (1890-1976) is al veel bekend. Zij hadden artistiek en emotioneel een heel sterke band met elkaar en deelden een grote afkeer van de Eerste Wereldoorlog. Door hun onderlinge artistieke verbondenheid, waarin veel ruimte was voor het experiment, ontstond in de twintiger jaren van de vorige eeuw een opmerkelijke creatieve vriendschap. De fotografische portretten van Rrose Sélavy zijn een voorbeeld hiervan. Als Rrose Sélavy zocht Marcel Duchamp naar de grenzen van een androgyne verbeelding, een verkenning van vrouwelijke eigenschappen in zijn persoonlijkheid.

De persoon van Rrose ontstond in fases. In de opbouw van deze fotografische portretten ziet men per portret de groei en verandering van deze persoonlijkheid. In het eerste portret heeft Rrose Sélavy een nog vrij hard mannelijk profiel met lang haar, alsmede een grote neus met havikprofiel. In het volgende portret, met een zwart fluwelen kraag en wapperend haar, maar wel met oude kleren, is reeds een soft-focus beeld aanwezig van een mysterieuze travestiet. Met een zwoele blik kijkt Rrose heel stijlvol en dromerig de kijker aan en probeert deze te verleiden. Duchamp houdt zijn handen op een verfijnde manier rond een kraag van bont, zijn lippen zijn diep gerood, terwijl zijn ogen met mascara een donkere expressie hebben.

Rrose Sélavy kijkt ons vrouwelijk en verleidelijk aan. Het is een beeld dat geheel past binnen de twintiger jaren. Claude Cahun en Elsa von Freytag werkten vaak op dezelfde manier. Zij zochten vooral naar een mannelijke uitstraling, het masculine in hun persoonlijkheid. Bijzonder is dat Man Ray en Marcel Duchamp samen deze fascinerende portretten hebben gemaakt. Hun parfumlabel 'Beautiful breath' benadert een zelfde sfeer. Reeds bij de Mona Lisa van Leonardo da Vinci kan men een androgyne persoonlijkheid vermoeden. Een verlangen om de grenzen van het mannelijke en vrouwelijke te verkennen.

Arroser la vie
Marcel Duchamp wilde ook een toast uitbrengen op het leven… 'arroser la vie', 'Laten wij een toast uitbrengen om te leven'. De dichter Robert Desnos schreef over Duchamp: 'Connaît bien le maréchal du sel', waarmee hij de naam van Marcel Duchamp in een woordspeling fonetisch opnieuw rangschikte. Marcel is du-sel, een maréchal, een zoutverkoper, een marchand du sel. Deze herschikking van lettergrepen past heel goed bij de persoon van Marcel Duchamp. Als geen ander probeerde hij de bestaande beeldende kunst te ontregelen en het publiek een ironische spiegel voor te houden: ik ben Mar-cel-du champ maar ook Rrose Sélavy.

De vormgeving van zijn vrouwelijke pseudoniem vormde de ultieme vrijheid voor hem als beeldend kunstenaar. In zijn ready-made 'Why not sneeze Rrose Sélavy' (1921) ontstond een verbinding van zijn alter-ego met een ruimtelijk werk. Een vogelkooi omgrenst een visueel experiment, waarin hij beeldsuggestie en –beleving met elkaar verwisselde. Op het eerste gezicht kijkt men naar suikerklontjes omringt door houten zitstokken. Een thermometer toont een temperatuur, maar van wat? Suikerklontjes houden warmte vast, maar deze 132 vierkante witte blokjes blijken van marmer te zijn. Deze steensoort houdt juist de koude vast. 'Why not sneeze Rrose Sélavy?' ('Waarom nies je niet Rrose Sélavy?') vraagt Marcel Duchamp. Op een ontwapende en tegelijk verwarrende manier wordt onze visuele beleving en zekerheid op scherp gezet door zijn vraagstelling. Is datgene wat wij zien ook de werkelijkheid? Wat wij zien als lichtvoetig, kan misschien ook onzeker maken.

Anémic cinéma en Texticles
Deze experimentele film van Marcel Duchamp uit 1926 vormt eveneens een verbinding met Rrose Sélavy. Met cirkelvormige draaiende teksten en rondbewegende cirkels, steeds draaiend en beginnend bij een witte punt in het midden, illustreert Duchamp een visuele vrijheid. Haar dynamiek, draaiende beweging en start vanuit het centrum, vloeit naadloos over in de ritmiek van de teksten, zoals 'bains de gros'. In zijn geschriften 'Texticles' maakt Marcel Duchamp met lange en buitengewone aantekeningen de lezer onzeker. Zijn woordspelingen, soms scandaleus van aard, refereren aan zijn spel met een dubbele persoonlijkheid, zoals in 'The bride stripped bare' ('The Large Glass').

Rrose Sélavy roept: 'Drink het op, vier het leven!' Zijn beelden en teksten zijn vaak frusterend en pervers, kunnen aversie en irritatie oproepen bij de toeschouwer, maar tegelijk is de beeldtaal van de Franse kunstenaar verfijnd, onderhoudend en vooral eenvoudig te begrijpen. Duchamp probeert de chemie van het artistieke hoogstandje te doorbreken en de beeldende kunst terug te zetten op de aarde.

Les ateliers Rrose Sélavy
Niets is verrassender dan het bestaan van deze ateliers, een werkplaats in Parijs, waar kinderen van 6-10 jaar creatief kunnen werken. De geest van Marcel Duchamp bleek er nog levend. Bewust koos men voor een ateliernaam die herinnerde aan Rrose Sélavy. Toen Marcel Duchamp en Man Ray elkaar troffen in de persoonlijkheid van Rrose, was de kiem van een pure creatieve en geestelijke vrijheid reeds aanwezig. Ook in de 21e eeuw blijkt de naam van Rrose Sélavy nog inspirerend te zijn voor de naamgeving van een eigentijds creatief centrum in Parijs.

Moviestar
Teruglezend in de kunstgeschiedenis ontmoet men nog meer alter-ego's, kunstenaars die zoeken naar een samengaan c.q. confrontatie van mannelijke en vrouwelijke eigenschappen. Andy Warhol met name, was bijzonder geïnspireerd door Rrose Sélavy. Als hommage aan Marcel Duchamp maakte hij in het begin van de jaren tachtig fotoshots (349). Hij gebruikte hiervoor een wit-zwart kapsel, zijn naakte bovenlijf en een geblokte stropdas. Samen met de fotograaf Christopher Makor realiseerden zij de 'Drag Queens'. Warhol toont ons vrouwen, die wij allemaal willen zijn misschien. Een moviestar, genietend van haar vrouwelijkheid. Ook Frida Kahlo, Max Ernst, Cindy Sherman, Andy Kaufman en zeker Tobias Bernstrup verkeerden graag in hun werk op de grens van een mannelijke en/of vrouwelijke beleving.

Literatuur:

Deborah J. Johnson schreef een artikel over 'Marcel Duchamp, Rrose Sélavy en Androgynie' in de Journal of arts in Society, volume 1, issue 7, pp. 191-200.
Bij Brentwood verscheen in 2002 in de Work Art Press een boek over 'Duchamp & Androgynie, Art, Gender en Metafysics'.
Jonathan Jones publiceerde in the Guardian van 26 oktober 2010 een artikel over Rrose Sélavy.

Terug naar boven