Dossier achtergrond: Vrouwen in de kunst. Eindredactie: Rob den Boer. E-mail: redactie.bkj@gmail.com.
 
terug
 

All about drawing
100 Nederlandse tekenaars in tekst en beeld

Het boek 'All about drawing' (2012) biedt de liefhebber van tekenkunst een uitvoerige schets van hedendaagse tekenkunst in Nederland. Deze publicatie verscheen tegelijkertijd met de opening van de gelijknamige tentoonstelling in het Stedelijk Museum te Schiedam.

Door Wim Adema

Het boek 'All about drawing' vormt een document van de brede ontwikkeling waarin de tekenkunst de laatste decennia is terechtgekomen. Duidelijk wordt dat de handmatige vakbekwaamheid van het tekenen in de loop der jaren vooral met veel technieken is uitgebreid. Het potlood, de houtskool en de pen kregen gezelschap van acryl, pastel, screen print, lakverf en bewerkte röntgenfoto's. De herinnering aan de tentoonstelling in het Stedelijk Museum Schiedam van 2012 kreeg met een informatief en goed leesbaar boek een prima aanvulling, waarin de beeldtaal van de exposanten opnieuw duidelijk werd weergegeven met teksten en foto's.

De auteurs Diana de Wind (kunsthistoricus en directeur van het Stedelijk Museum Schiedam) en Arno Kramer (beeldend kunstenaar) hebben ieder vanuit hun eigen discipline en ervaring voor een compacte en vakbekwame inbreng gezorgd. Kunsthistorische lijnen en de kunst van tekenen kwamen samen in een professionele visie.

Ook door de eigenzinnige en vaak kritische teksten van René Steenbergen, Pietje Tegenbosch, Hans den Hartog Jager en Maria Barnas ontstaat een breed beeld van hedendaagse tekenkunst in Nederland. 'De lof der tekenkunst', een boek uit 1973 van Carel Blotkamp, vormde voor deze auteurs een inhoudelijke leidraad. Zijn karakterisering van de kunst van het tekenen bleek ook in 2012 een houvast te zijn. Blotkamp beschrijft hoe met basismiddelen als potlood en pen met inkt gewerkt werd. Met punt, lijn en (getekend) vlak ontstond in een open vorm een nieuw beeld. Door een groei naar zelfstandigheid, abstraherend vermogen en conceptueel tekenen werd het oorspronkelijke gebied van de tekenkunst echter uitgebreid en ontwikkelde zich een nieuwe beeldende visie.

Interessant is in dit opzicht ook het essay van Hans den Hartog Jager met onder andere informatie over The Drawing Center te New York. In dit centrum kunnen tekenaars zich namelijk via een Viewing Program internationaal presenteren. Tot nu bleken meer dan 1670 tekenaars te kunnen voldoen aan de hoge kwaliteitsnorm die gevraagd wordt als toelating. Het laat dus zien dat tekenkunst ook internationaal een zeer gewaardeerd beeldend medium is.

Toch blijft het moeilijk om precies te beschrijven wat tekenen is. Wie het boek 'All about drawing' doorneemt, ziet wel dat de oorspronkelijke handmatige vakbekwaamheid van het tekenen verschoven is naar een multidisciplinaire ervaring. Vooral de laatste decennia is het tekenen losgekomen van potlood, inkt en papier. Er zijn nog tekenaars aanwezig die met potlood werken zoals Robbie Cornelissen en Rik Smits, waartegen bijvoorbeeld Renie Spoelstra met houtskool een donker beeldend contrast vormt. Paul van Dongen werkt echter tegelijk met potlood en aquarelverf. Bij Ansuya Blom ontstaat met gouache en pen op een boekpagina een Concept of Anxiety (2007/2008). Tekenaars als Erik Matthijsen, Dieuwke Spaans of Erik Andriesse kiezen voor gemengde technieken. Bij David Bade en Ronald Noorman verschuift de figuratieve grens naar een autonoom beeld, terwijl Claire Harvey een zeer grote installatie van haar tekeningen maakt met overheadprojectoren.

In de tekenkunst en het vormen van een eigen beeldtaal werd het instrumentarium van de tekenaar op fascinerende wijze uitgebreid. De grens van de figuratieve potloodlijn verdween echter in een abstract donker universum. Kortom: op de expositie 'All about drawing' van 2012 ervoer men reeds dat de tekenkunst vele wegen kon inhouden. In het gelijknamige boek wordt dit nogmaals bevestigd. Tegelijk ontstaat de vraag of het begrip tekenkunst deze omvangrijke beeldende tekenontwikkeling nog wel kan omvatten. Heeft de complexiteit en de toepassing van de vele materialen niet gezorgd voor een veel groter beeldend gebied, waarin technieken en stijlen met elkaar vermengd zijn geworden? Is de autonome zoektocht van de beeldend kunstenaar niet losgekomen van de oorspronkelijke tekenkunst?

De verstilde figuratie van de potloodcompositie veranderde in een kleurrijke abstracte wereld. Bij Cornelissen of Smits is nog sprake van een puur tekenen, terwijl Egberts met pigment, houtskool en pastel in 'Migrating disease' (2006) een kosmische wereld verkent. In zijn bijdrage benadrukt Hans den Hartog Jager dat hij nog steeds de essentie van tekenkunst wil blijven ervaren, zoals dat op deze expositie aanwezig is in het werk van Spoelstra, van Eeden en Plomp. Pure tekenkunst met een persoonlijk en eigentijds handschrift. Tegelijk ervaart de lezer van dit boek dat een kunstenaar als Jan Schoonhoven zich met Oost-Indische inkt losmaakte van de herkenbare vorm en met 'MV 27' (1968) op weg is naar een onbekende horizontale en verticale verbeelding.

Naast deze kanttekeningen kan men tegelijk constateren dat deze uitgave een inhoudelijk houvast aan een turbulente ontwikkeling in de tekenkunst geeft en bovendien een uitstekend informatief naslagwerk is. Een aantal belangrijke tekenaars van de afgelopen decennia is in tekst en beeld aanwezig. Bovendien vormt dit boek een zeer goede herinnering aan een belangrijke tentoonstelling over tekenkunst: 'All about drawing' in 2012. Het is een monumentaal boek dat ook in 2014 een bijzonder boeiend verslag geeft over tekenkunst.

'All about drawing', 2012, Diana Wind en Arno Kramer, 2e druk, Stedelijk Museum Schiedam en Uitgeverij de Kunst, ISBN: 978 94 91116 27 0/NUR 646.

Wim Adema is beeldend kunstenaar en fotograaf en publiceert regelmatig artikelen over beeldende kunst in diverse media. Klik hier om zijn website te bekijken.

Terug naar boven