Een
museum waar alles anders is
De
voormalige Groeningeabdij in Kortrijk is museum Abby geworden,
een moderne afkorting van: 'Anders Bekeken – by Kortrijk',
met een verwijzing naar de vroegere abdij. Aan de rivier de Leie
is nog veel meer te zien op kunstgebied, want er werkten vele
kunstenaars, die herinnerd worden in kleine musea.
Door
Joke M. Nieuwenhuis Schrama
Het
Abby Museum Kortrijk, dat eind maart van dit jaar opende, heeft
een nieuwe aanbouw die nogal in het oog springt ten opzichte van
het historische gebouw, waar hij dwars op gesitueerd staat. Het
ontwerp lijkt op de contouren van een nonnenkap of het hoofddeksel
van een Grieks-orthodoxe priester, maar het architectenbureau
dat de aanbouw heeft ontworpen, zegt er dit over: www.youtube.com/AbbyMuseum.
Of is het misschien gewoon de omtrek van de hoofdletter A (bold
font)?
1000
m² expositie ruimte
De vroegere ruimtes van het oude gebouw zijn functioneel gebleven,
zoals de slaapzalen (dormitorium) van de kloosterlingen, en de
kapel. De aanbouw biedt hoofdzakelijk het restaurant royaal de
ruimte, met lange tafels die aan een refter doen denken, zoals
de eetzaal van de kloosterlingen vroeger werd genoemd en waar
je als leek niet mocht komen. Om de omgeving, het Begijnhofpark,
intact te houden, is er diep gegraven om de collecties kunst te
kunnen tonen en wel zo'n acht meter, voor de extra 600 m²
over twee zalen (de klimaatbeheersing op die diepte is overigens
uitstekend). In totaal is er nu 1000 m² expositieruimte.
Historische
plek
De stad Kortrijk kocht het kloostercomplex aan in de tachtiger
jaren van de vorige eeuw. Van 2007 tot 2021 was het zowel het
toeristisch onthaal van de stad Kortrijk als de huisvesting van
het museum 'Kortrijk 1302', verwijzend naar de historische veldslag,
de Guldensporenslag in dat middeleeuwse jaar.
Maar, daarvoor waren er op de plek van de abdij nog andere gebouwen
of huisvestingen geweest - van een oude Romeinse nederzetting
naar een 16e-eeuwse Cisterciënzer abdij tot een 19e-eeuws
Clarissenklooster. Zie ook: www.youtube.com/AbdijKortrijk.
De entree is in het oude gedeelte, waar onder meer een 'stadsliving'
is gesitueerd. Deze living is ingericht door Rinus van de Velde
(1983), die zich liet inspireren door de lange kloostergangen.
Maar al lopend en kijkend door zijn fantasievolle interieurarchitectuur
en verzamelde kunst in vitrines kan ik weinig van die kale gangen
terugvinden. Evengoed heeft de kunstenaar dat uiteraard 'anders
bekeken'.
Tradities,
rituelen en ambachten
Een van de laatste activiteiten van de kloosterlingen, de zusters
Clarissen of Coletienen dan wel Arme Klaren die tot 1978 de Groeningeabdij
bewoonden, was het bakken van hosties. Of die toen al glutenvrij
waren? Ik heb er geen verwijzing naar kunnen vinden. Het ambachtelijke
hosties maken werd gedaan met een fors rond wafelijzer, waar ongedesemd
deeg (zonder gist) in werd gebakken tot een dunne grote ronde
ouwel. Die ouwel werd vervolgens uitgestanst in de gewenste maten
en gepreegd (gestempeld) met een symbool of letter. Misschien
komt dat nog, een kunstenaar of typograaf die dat ook 'anders
bekeken' heeft, en iets doet met blinddruk, blindpreeg of wellicht
een eetbaar boek maakt... Immers, het museum wil twee wisselende
expo’s per jaar inplannen, waarin kunstenaars kunnen tonen
hoe tradities, rituelen en ambachten voortdurend in verandering
zijn.
George
Minne
Wel is al teruggegrepen naar de historie van de abdij met de pas
aangelegde kruidentuin. Dit was eveneens een activiteit van de
voormalige kloosterlingen, (moes)tuinieren. In die kruidentuin
staat de beeldschone sculptuur 'Geknielde jongeling' van George
Minne (1866-1941) uit 1925. Het beeld werd aanvankelijk niet gewaardeerd
voor een andere locatie in de stad, door de toenmalige welstandscommissie.
Waarschijnlijk omdat het niet voldeed aan een correcte anatomie,
wat rond die tijd nog belangrijk werd gevonden. Het beeld is daarom
al die tijd maar ergens achteraf opgesteld, maar nu dan in volle
glorie te zien. Minne is bekend als beeldhouwer, maar was ook
(symbolistisch) tekenaar en graficus. Hij maakte meerdere sculpturen
met titels als 'De kleine reliekdrager' of de beeldengroep 'Fontein
der Geknielden'.
De
jongeling in de tuin van Abby staat schuin tegenover het hedendaagse
werk van Daan Gielis (1988-2023), 'Wilting Flowers'. Een kort
leven uitgebeeld in neon, tragisch ook zoals dat van Gielis die
op 34 jarige leeftijd aan een chronische ziekte overleed, op het
moment dat het bijna voorbij is.
'Wat anders is aan Abby, is dat wij nadenken over je hele beleving
in het museum, van begin tot eind. Wij hebben nog steeds klassieke
museumzalen, maar alles daarrond is anders.'
Aldus de directeur van Abby, Sarah Keymeulen.
Oude
en nieuwe kunst
Bij binnenkomst zie ik het werk van Navid Nuur (1976), getiteld
'Oefenraam', een interessant spiegelkunstwerk met bepaalde perspectieven,
waar je een poosje naar blijft kijken. Dichtbij of veraf, zoals
Nuur suggereert, 'oefenen'. Hij maakte het werk ter plekke in
2024. Naast diverse spiegellagen heeft hij er ook bloemblaadjes,
vissen en slangenhuid in verwerkt. Het werk van Nuur is magisch
te noemen en niet te (mono)typeren. De eerste halfjaarlijkse expositie
'F**klore' (een samentrekking van F**k en Folklore) duurde tot
14 september 2025 en maakte intussen plaats voor: www.abbykortrijk.be/faith-no-more-rituals-uncertain-times
Kermiskoerser
Van Sara Keymolen kreeg ik een toelichting bij enkele kunstuitingen
die ik vooraf nog niet had bekeken. Onder meer een verhalend verzamelwerk
of document van de kunstenaar Jef Geys (1934-2018), een collectie
van foto's, knipsels, getypte brieven etc. die gaat over het trieste
leven van de 15-jarige kermiskoerser Roger Jonckers, waarmee Geys
in de jaren 1968-1969 een intensief contact had. Het werk zou
wellicht onder conceptuele kunst, surrealisme of absurdisme vallen,
als we het een naam moeten geven. Geys verstrengelde in zijn brieven
de identiteiten door zich voor te doen als Roger, maar vervolgens
te ondertekenen met Geys. Het betreft overigens een waargebeurd
verhaal dat draait om de wielersport, die in België nog immer
een prominente plaats inneemt. Eddy Merckx (1945) was destijds
een rolmodel voor veel Belgische jongens en Roger werd (ongewild?)
in die rol geduwd, met alle ongewilde gevolgen voor zijn verdere
leven. Deze gedachte is bevreemdend maar ook intrigerend, voor
mij is niet vast te stellen waar dit document iets aan toevoegt,
historie of kunst...
Vanaf
station Kortrijk is het goed tien minuten lopen naar Abby. En
ben je toch in de stad, een aardige zeven kilometer lange voet-
of fietszoektocht door de stad is bedacht door de Kortrijkse kunstenaar
Mie Bogaerts (1968): www.visitkortrijk.be/ziemie-route-7-km.
Kunstenaars langs de Leie
De stad Kortrijk is een van de oudste steden van België.
Zij is ontstaan aan rivier de Leie, die ontspringt in Noord-Frankrijk
bij Lisbourg. Bij opgravingen zijn Romeinse nederzettingen gevonden
langs deze rivier, zo ook op de plek waar nu museum Abby staat.
De Leie heeft al veel kunstenaars inspiratie gebracht. Stroomafwaarts
gaat de rivier door plaatsen als Deinze, Astene, Sint-Martens-Latem
en Deurle, om uiteindelijk bij Gent in de Schelde te stromen.
Sint-Martens-Latem is een kunstenaarsdorp dat zelf enkele kleine
musea herbergt, huizen waarin kunstenaars hebben gewoond en gewerkt.
Ben je toch in de buurt, dan is een bezoek aan deze musea in hun
idyllische omgeving zeker de moeite waard.
Bij
gelegenheid ben ik binnen geweest in Museum Gevaert Minne:
www.sint-martens-latem.be/museum-gevaert-minne,
en vond daar nog meer over het leven en werk van George Minne,
zoals eerder besproken. Ook zijn hier werken te vinden van Gustave
van de Woestyne (De papeter uit 1911), Constant Permeke, Leon
en Gust de Smet, Valerius de Saedeleer, en andere kunstenaars
uit de eerste en de tweede Latemse groepen.
En
vervolgens in Museum Gust de Smet: www.sint-martens-latem.be/museum-gust-de-smet.
Gust de Smet (1877-1943) vestigde zich rond 1905 met zijn broer
Leon, Frits van den Berghe en Constant Permeke in Sint-Martens-Latem.
De Smet is uitgegroeid tot een icoon van het Vlaams expressionisme,
met zijn herkenbare (kubistische) expressionistische stijl, zowel
in landschappen als menselijke figuren. De Smet maakte honderden
doeken, tekeningen en etsen, ook tijdens zijn ballingschap in
Nederland in de Eerste Wereldoorlog. Het kleine museum was zijn
woonhuis en atelier, en hier worden zijn diverse
werken getoond.
Museum
Abby, Begijnhofpark, Kortrijk, België. Website: www.abbykortrijk.be.