|
April
- juni 2023, 18e jg. nr.1.
Eindredactie: Rob den Boer. E-mail: redactie.bkj@gmail.com.
|
Sofonisba Anguissola: Portrettist van de renaissance Het Rijksmuseumtwenthe (zo heet het tegenwoordig) is hard op weg het museum van de schaarse vrouwelijke kunstenaars uit de Italiaanse renaissance te worden. Na de spectaculaire tentoonstelling van het leven en werk van Artemisia Gentileschi (1593-1654) vorig jaar, kunnen we nu in Enschede tot 11 juni genieten van haar voorgangster Sofonisba Anguissola (1535-1625). Door Peter van Dijk Beide tentoonstellingen zijn een hommage aan de moed van die paar vrouwen, die ondanks onderdrukking en tegenwerking toch voor de eigen ontwikkeling kozen. En er kunnen nog meer tentoonstellingen volgen. Eentje van de pionier Properzia De' Rossi (1490-1529), een beeldhouwster en houtsnijdster uit Bologna, waar in haar tijd ook een aantal andere vrouwelijke kunstenaars werkte. Een andere van het werk van Plautilla Nelli (1523-1588), een non en schilderes, die in Florence een atelier had in haar klooster Santa Caterina da Siena. Voor deze vrouwen geldt dat als ze gewoon net zoals mannen hadden kunnen reizen, les nemen, alle mogelijke onderwerpen schilderen, hun werk verkopen, zij veel beroemder zouden zijn geweest en veel meer werk zouden hebben afgeleverd. Vrouwen in die tijd moesten vooral thuis blijven. Dankzij Giorgio Vasari (1511-1574), architect, schilder en kunsthistoricus, kennen we de levens van vele Italiaanse kunstenaars uit de 16de eeuw. Vasari dacht aanvankelijk, zoals alle andere mannen, dat vrouwen ongeschikt waren om kunst te maken. Immers, de bijbel verkondigde dat mannen geschapen zijn naar het evenbeeld van God en dat vrouwen slechts voortkomen uit de rib van de man. Beeldschoon Blijkbaar opende deze kunstenares Vasari de ogen, want in zijn tweede editie zag hij opeens meer vrouwelijke creatieve geesten. Ook Nelli en Anguissola kregen aandacht van hem. Hij bezocht zelfs het huis van Sofonisba Anguissola in Cremona bij Milaan, toentertijd deel van het Spaanse koninkrijk. Renaissance
In de cultuur van de renaissance verschoof
de rol van de vrouw mee. In deze tijd
begint de 'querelle des femmes', het literaire
debat over de aard en positie van vrouwen,
dat in feite nog niet geëindigd is.
In de talrijke edities van de toenmalige opvoedingsbijbel voor nette jongelingen, 'Il libro del cortegiano' (Het boek van de Hoveling, 1528) schrijft auteur Baldassare Castiglioni dat 'de dingen die een man kan begrijpen een vrouw ook kan begrijpen'. Zijn aanbeveling was dat vrouwen 'kennis moesten hebben van letteren, muziek, schilderkunst; en weten hoe te dansen'. Goede
opvoeding Al vroeg bleken Sofonisba en Elena tekentalenten te hebben. Ze kregen drie jaar les van Bernardino Campi en na diens verhuizing naar Milaan van Berardino Gatti. Beide schilders waren betrokken bij kerkrestauraties, waarover vader Amilcare toezicht hield. Ongetwijfeld zijn hier wederzijdse diensten geleverd. Sofonisba's opleiding bestond uit tekenen, portretteren en het maken van religieuze schilderijen. Uit die leertijd stammen haar religieuze schilderijen van klein formaat. Vooral in de portretkunst bleek Sofonisba een uitzonderlijk talent.Dat is onmiddellijk duidelijk als je de tentoonstelling binnengaat. In een strak, zwart decor kijkt haar zus Elena, gekleed in een nonnenhabijt, de binnenkomer met grote ogen onderzoekend aan. Het eenvoudige nonnenkleed is met verfijnde penseelstreken geschilderd, gebroken wit, hier en daar een plooi, breed uitlopend naar haar middel, waardoor het ingekapselde gezicht met de donkere ogen alle aandacht krijgt. Het gezicht toont rust, met een vleug van terughoudendheid. Elena houdt een leren bijbeltje vast, maar dat is maar bijzaak. Ze kijkt, blijft kijken, haar blik laat niet los. Lucia Sofonisba heeft tijdens haar opleiding vele portretten van haarzelf en haar familieleden geschilderd. Ze moest wel, opleidingen met modellen waren voor vrouwen gesloten en de straat zonder chaperonne inlopen werd in haar klasse niet getolereerd. Van zichzelf maakte zij meerdere portretten. Eén hing in de galerij van de Spaanse antiquaar Alfonso Chacon, die als pionier van zijn tijd een portretgalerij had opgezet van beroemde mensen, waarin evenveel mannen als vrouwen voorkwamen. Ook dit portret (1558), tegenwoordig eigendom van de Collectie Prinses Colonna in Rome, is in Enschede te bewonderen. Ook zichzelf wist Sofonisba een intrigerende oogopslag te geven. Geïnteresseerd, en lichtelijk ironisch. Grote amandelvormige ogen. Mooi gezicht, blanke stralende teint, vlechten op het hoofd, kuiltje in de kin. Prachtig geschilderd kanten kraagje met nonchalante koordjes. Virgo De verkoopstrategie van vader Amilcare onder de elite van Cremona was zo succesvol dat Sofonisba's naam ook buiten Cremona bekend werd. De schrijver Annibale Caro bestelde in 1558 een portret van haar hand voor zijn collectie. Michelangelo loofde haar werk in een paar brieven aan Amilcare. Werk van Sofonisba is aangetroffen in de collecties van rijke aristocraten als De' Medici, Este en Borghese. Aan
het Spaanse hof Ze had een kortstondig huwelijk met graaf Fabrizio de Moncada, dat geregeld was door de Spaanse koning. Bij een aanval van piraten op zee werd hij gedood. Twee jaar later (in 1580) bleek Sofonisba aan alle conventies ontstegen, ze vroeg noch haar broer, die haar voogd was, noch de koning om toestemming weer te trouwen en zocht zelf haar eigen nieuwe echtgenoot uit, kapitein Orazio Lomellino uit Genua. Met hem woonde ze in Genua en in Palermo op Sicilië. Ze stierf in 1625, ongeveer 90 jaar oud en blind. Vlak voor haar dood kreeg ze bezoek van de schilder Anthony van Dyck, die een tekening van haar maakte in zijn schetsboekje en zijn indruk noteerde. 'Een oude Madonna met een jonge geest en verfijnde manieren. Zij was een geweldige kunstenaar, die naar de natuur werkte'. Sofonisba Anguissola, Portrettist van de renaissance, t/m 11 juni 2023, Rijksmuseum Twenthe, Lasondersingel 129-131, Enschede. Website: www.rijksmuseumtwenthe.nl. Peter van Dijk is journalist. |