Bloedmooi,
moet ik dat echt zien?
Moet
ik daar echt naar kijken, was de vraag die mijn 13 jarige dochter een
aantal keer wanhopig stelde tijdens het bezoek aan de expositie 'Bloedmooi'
het Schielandshuis in Rotterdam.
Door
Lea Nieuwhof
Het
affiche van de expositie, waarop een meisje met rossig lang haar en
een rozerode vachtje over het gezicht haar beugel met slotjes bloot
lacht had mij zo geïntrigeerd dat zij, overtuigd dierenliefhebber
en ik, kunstliefhebber de expositie Bloedmooi in het Schielandshuis
bezochten.
Om het bezoek ook voor haar aantrekkelijk te maken namen we een audiogids
mee van de balie.
De
expositie bestaat uit curiosa en vreemde zaken, die op een rommelmarkt
te vinden zijn naast moderne kunst, haute couture en gebruiksvoorwerpen.
De voorwerpen zijn in een aantal kamers per thema gerangschikt. De kunstenaar
Silvia B., die samen met Sjouk Hoitsman de expositie samenstelde, is
gefascineerd door het afstotelijke en aantrekkelijke van deze voorwerpen,
ooit dier en levend, nu een gebruiksvoorwerp.
Zeezaal
Tussen schelpen en vissen laat een glinsterende wolk van tule met pailletjes
zich van alle kanten bekijken Zij fluistert zachtjes haar geschiedenis
als dansjurk in je oren.
Een droom die niet gewassen kan worden of bezweet mag raken, want dan
smelten de pailletjes die in die tijd van visgelei.gemaakt werden.
Haar publiek bestaat uit vissen die in vreemde posities verzeild geraakt
zijn.
De makreel met de goudvissenbuik in het plexiglazen koffertje en de
buiten zijn krachten gegroeide vis dubbelgevouwen in de geschilderde
vissenkom (Nature morte, Cindy Wright) zijn definitief terechtgekomen
in een hun vreemde leefomgeving. Zij zijn nog een geheel. Dit in tegenstelling
tot de vissen van wiens huid hooggehakte schoenen werden gemaakt.
Vogels van schelpen staan er naast tientallen doosjes, bootjes, heiligenbeeldjes,
zoutpotjes, asbakjes, presse-papiers en knopen in kasten.
Een geduldige kijker vind aan de zijkant van elke kast tientallen kaartjes
waarop de voorwerpen, hun materiaal, hun herkomst, hun geschiedenis
staan gedocumenteerd.
Ivoorkamer,
de grootste en de kleinste
Dood, wie is er sterker, de grote of de kleine?.Jan Fabre zoekt een
antwoord op deze vraag. Een witte hermelijn wordt in zijn nekvel gegrepen
door de kaken van een doodshoofd. Het is een schedel die bestaat uit
ontelbare groene, gele en bruine dekschilden van kevers.
De kevers, schoonmakers en opruimers, gelukbrengers van Egypte zijn
in de cyclus van verval en opruimen groot en klein de baas.
In rijen opgeprikt aan de muur herinneren de vlinders nauwelijks aan
de kortdurende schoonheid van hun vrije vliegende leven.
De olifant, de grootste van allen was als leverancier van ivoor en als
jachttrofee voor prinsen en heren zonder dringender bezigheden toch
kwetsbaar. Een grote poot als paraplubak of krukje en een slurf als
lampenstandaard zijn tragikomische herinneringen aan deze jachtpartijen.
Van het ivoor worden veel kleine luxe werktuigen, beeldjes handvaten
en dergelijke gemaakt. Ontroerend is een liggend vrouwtje met een uit
lagen opgebouwde opengewerkte buik. Achter de uitneembare ingewanden
ligt een kindje in de baarmoeder.
Vogelkamer:
zingen in vrijheid of gevangenschap
In de vogelkamer zijn de rollen omgedraaid. Gevangen in een kooi staan
de mensen. Zij hebben een hoed van veren of een prachtige pluim, die
hun rang en stand aangeeft.
Voorwerpen met veren maken mooier en imposanter. Hoeden, donkerglanzend,
de grote waaiers met struisvogelveren of het zachte witte zwanendons
van een schoudermanteltje. De zwarte zwaan van Alexander mcQueen is
een avondjurk en tegelijk een samensmelting van mens en zwaan.
Veel vogels werden geschoten om aan de vraag naar een verenkleed te
voldoen. Het verzet hiertegen was het begin van de Dierenbescherming.
Hoor het zingen van de vogels.
Op glazen takjes staan 2 dode vogeltjes met een glazen sleuteltje. Mechanieken
werken altijd, dode vogels vliegen niet weg. Het moment kan telkens
herhaald worden en de tijd staat stil.
De mens moet wel heel jaloers zijn op het vrije vliegen en bewegen,
de zang en de schoonheid van de veren van de vogel.
Jachtzaal
: Domineren en pronken.
Zonder onze audiogids zouden we snel door deze kamer heenlopen. Het
zijn de speelse en serieuze verhalen die de objecten boeiend maken.
Jachttrofeeën en opgezette dieren roepen niet meteen mijn interesse
op. Tientallen pootjes van dieren zitten onder krukjes of hangen aan
de muur. De pootjes van het wilde zwijn dragen het geweer van de jager.
Boven op tientallen potten, gevuld met ragout zit een wezen bestaande
uit 4 poten, 2 hertenhoofdjes, een lijf en een grote rode strik, je
smekend aan te kijken. Aan de muur hangt een hertenhoofd met de grijns
en het gebit van een grote hond.
De in deze ruimte aanwezige kunstenaars werken ook met opgezette dieren.
De"eendhoorn" is een dier met een eendesnavel, rattenkop,
lijf en staart van eekhoorn. Het dier kan niet overleven in het wild
en is bedoeld als een protest tegen genetische manipulatie. Langzaam
verliest de tentoonstelling door alle opgezette dieren voor mij een
deel van haar betovering. Mijn dochter haakt af en ziet alleen het dode
dier.
Mooi blijven
de meisjesbeelden van Silvia B. met hun alles bedekkende zwarte of rossige
vachtje. Zij zijn van zichzelf harig genoeg en hebben in tegenstelling
tot de mens geen dierlijke pelzen en producten nodig om naakte huid
mee te bedekken.
Het commentaar
op de relatie tussen de mens en zijn huisdieren is komisch en bizar.
Wat te denken van de eindeloze liefde van het vrouwtje voor haar kat,
die voor altijd opgezet, door spint dankzij een ademhalingsmotortje.
Of het verwerken van de geliefde poes tot handtas. Een konijntje is
lief. De vacht is wit en zacht, als het als een duveltje uit een speelgoeddoosje
omhoog floept. Veel kinderen speelden er al mee. Nu kijkt vanaf de muur
een meisje toe dat een naakt ontveld konijn in haar armen houdt.
'Bloedmooi
- onze dubieuze relatie met het dier', tot en met 30
maart 2008, Historisch Museum Rotterdam, Schielandshuis, Korte Hoogstraat
31, Rotterdam, website: www.historischmuseumrotterdam.nl
Lea
Nieuwhof is beeldend kunstenaar.